(voor M. R.)
Exit VII – De weg was recht, de weg was krom
misschien dat het zo begon:
toen mij als klein jong
werd voorgezongen
Berend Botje ging uit varen
hij kwam nooit weerom!
iets in mij zal er zijn geknakt
ai, Marieke, Marieke
ik voelde mij zeker en vast verlakt
wat waren beloften waard
in een wereld waar de weg
recht is zowel als krom
dat bestaat toch niet?
in zo’n wereld verdwaalt ge toch?
ai, Marieke, Marieke
ik zette het op een janken, Marieke
in mijn dromen weende de zee
mee, de lucht vatte vlam
het licht werd zwaar en duister
mijn horizon verdoezelde
ik ben gaan dolen vanaf dan
ai, Marieke, Marieke
steeds vaker denk ik hoe
toen de regen de zon verjoeg
hoe ik het zo zat werd
dat altijd maar eclipseren, dat wijken
dat een voor een uit zicht verdwijnen
en ik, onnozele, maar achterblijven
ai, Marieke, Marieke
mijn leven is wachten geworden
in de winter op de lente
in de lente op de zomer
in de zomer op de herfst
in de herfst al in de winter vervallen
mij vastklampen aan weeromkomst
ai, Marieke, Marieke
beloof me dat ge nog wat blijft
dat ‘k niet bang hoef te zijn
dat ge weggaat, dat al zonder u voortgaat
zonder dat gij terugkeert?
blijf alstublieft bij ons, Marieke
of, als ge gaan moet, kom dan weerom
ai, Marieke, Marieke
waar straks de kille stilte hangt
voel ik uw liefde, warme liefde
sluit mij nog eenmaal in uw armen
kijk mij nog eenmaal in de ogen
ik zal uw gulle lach nog lang
horen schallen door de gang
Antony Oomen
15.VI/2017
Amsterdam