Tranen breken
We hebben geen traan gelaten
Toen je vertrok, noch toen je alleen terugkeerde
Hebben we gehuild
We hebben niet gehuild toen we in het donker
Toen we door de regen, in de kou
Aan de kant – we konden niet huilen
Geen tranen meer
Na alle verwoesting en alle schending
Met droge ogen keken wij toe
Met droge ogen keek ik toe
Hoe de kinderen vermist raakten, één voor één
Maar grootmoeder, zij huilde wel
Oorlogstranen smaken bitter, zei ze
Dan wreef ze de tranen uit haar ogen
Dat krijg je jongen, als je zo oud wordt als ik
Tranen kunnen breken, sprak zij zacht
Oorlog begint steevast achterbaks
Toen pinkte ook ik een traantje weg
Eén dikke traan rolde over de linkerwang
Sindsdien huil ik onafgebroken
Tranen, één voor één
Eén traan voor elk vergeten mensenkind
Eén traan voor een dode kindsoldaat
Elke traan voor de bezeten onverlaat
Wetende waar tranen één voor één
Vallen met tussenpozen
Ontstaat een stroom, onmetelijk en naamloos
Antony Oomen
19.XII/2019
Amsterdam