Wie niet voorop loopt, loopt achter
Vorige week stelde iemand op Twitter de interessante vraag waarom wij in Nederland achterlopen met de inzet van PrEP. Ja, waarom is dat eigenlijk?
We lopen achter omdat we niet voorop willen lopen.
En al doen we graag of het niet zo is: Nederland heeft nooit voorop willen lopen met preventie, of het nou gaat om roken, depressie, voeding of hiv.
Ik hoor het al, u wilt voorbeelden. Toen we erachter kwamen dat aids veroorzaakt werd door hiv en het virus seksueel overdraagbaar was, gingen we toen condoomgebruik aanraden? Neen, we moesten eerst maar eens proberen of we homo’s niet van anale seks konden weerhouden. Spuitomruil? De Zwitsers liepen op kop. Ondubbelzinnig aanbevelen van de hiv-test aan risicogroepen? In het jaar 2000 waren we zover. Hiv-behandeling als preventiestrategie? Ditmaal waren de Zwitsers ons mijlenver voor. Terwijl Test & Treat elders allang gangbare praktijk was wilden wij liever nog een paar jaar afwachten tot het gezondheidsbelang daarvan onomstotelijk was aangetoond én gepubliceerd. Goede betrouwbare en betaalbare zelftests beschikbaar maken? Eerst oeverloos mitsen en maren want de seksueel actieve mens is natuurlijk niet autonoom tot verstandige keuzen in staat.
Laten we het maar toegeven, onze rol op het preventiepodium is nooit een progressieve hoofdrol geweest. Vooroplopen ligt niet zo in de volksaard. We houden van regels, afspraken, bevoegdheden, vergaderen. Wij vinden gewoon doen al heel gek. We zijn van nature opportunisten. We likken liever de hand die ons voedt dan dat we er – speels of vals – in bijten. We zijn wat bang uitgevallen.
Ik heb het eerder gezegd, het PrEP-discours heeft zich jaren gekenmerkt door gebrek aan verbeelding, durf, doortastendheid. De conversatie speelde zich voornamelijk af tussen een dozijn onderling afhankelijke partijen met zo niet tegenstrijdige, dan toch op zijn minst halfslachtige intenties. Het was een dossier zonder animo. Het ademde geen overtuiging.
Nu er enige beweging in zit – er is een dialoog met het ministerie van VWS, in het H‑TEAM is een PrEP-praktijkstudie opgenomen en binnen de community laat PrEPnu van zich horen – nu is het de vraag hoeveel overtuigingskracht en draagvlak er daadwerkelijk bestaat om de minister van Volksgezondheid in de Europese voorhoede te trekken.
Ik heb er een hard hoofd in.
De eerder dit jaar door PrEPnu gestarte petitie heeft nu ruim 1.100 handtekeningen vergaard. Traag maar gestaag neemt dat aantal toe. Maar is dit bescheiden succes een afspiegeling van het draagvlak en de actiebereidheid die er in Nederland bestaat voor PrEP? Of stuiten we op een harde taaie onderlaag van kleinburgerlijke afkeer van (anale) seks tussen mannen, een moralistisch oordeel over de niet netjes monogame seks? Want hier gaat het bij PrEP uiteindelijk toch over: het recht op vrije gezonde seks voor iedereen. Vrij. Zonder angst voor hiv. Desgewenst zonder condoom.
Antony Oomen
25.VI/2016
Amsterdam