Onrust
Men heeft een rolkoffer gehoord in de Jordaan
Er vloog heel laag een helikopter over
Al vroeg was ’t met de zondagsrust gedaan
Dat het nog goedkomt viel niet langer te beloven
De stad kreunt zacht onder haar grijze deken
Haar wakker worden wordt nog uitgesteld
Gedurende lange tergend trage weken
Krijgt elke nacht nog tellen bijgeteld
Terwijl de westenwind zich tot storm maakt
Draait zij zich nog een keertje om
De dag begint, zij maakt zich klein
Wanneer hij in haar droom een kreet slaakt
Dreunt ergens buiten dof een bom
De storm zal kort maar hevig zijn
Antony Oomen
O1.XII/2015
Amsterdam