Brie­ven van de Hei­de­heu­vel II – of je worst lust?

Gepubliceerd op

— Geplaatst in brieven, proza

Brie­ven van de Hei­de­heu­vel II – of je worst lust?
 
 
Dier­bare vriend,

U mag mij niet ver­wij­ten dat ik zou neer­kij­ken op de min­der geschoolde mede­mens, zeg maar de ‘gewone man’, zoals u recent deed. Niets is min­der waar, ik kijk neer op nie­mand. Daar­en­te­gen zijn er heel veel men­sen die ik niet begrijp, niet in hun den­ken, noch in hun handelen.

Zoals u weet, ben ik zelf van vrij een­vou­dige komaf en ga ik net als u met aller­lei men­sen om, van roy­alty tot drugs­ge­brui­kende pros­ti­tuee bij wijze van spre­ken (al dan niet ver­e­nigd in één en dezelfde per­soon). Ja, zelfs Viet­na­me­zen mogen op mijn vriend­schap reke­nen, ter­wijl die toch – zoals een van uw opmerk­zame staf­le­den onlangs nog in het open­baar vast­stelde – zo klein zijn dat je ze haast niet ziet en boven­dien alle­maal op elkaar lij­ken. De grote Neder­landse volks­schrij­ver Gerard Reve schreef het al, ik para­fra­seer: ook in iemand die een uit één koe­hoorn gesne­den vogel op de schoor­steen heeft staan, schept God wel­be­ha­gen. En zo is het maar net.

Hier op de Hei­de­heu­vel, intus­sen, is grote beroe­ring ont­staan. De osse­worst is weg. Jaze­ker, iemand ‘plun­dert’ ’s nachts de koel­kast en heeft het daar­bij vooral voor­zien op osse­worst. Maar ook bana­nen zijn niet vei­lig voor deze onver­laat, van wie ieder­een weet wie het is, alleen heeft men daar heel ver­schil­lende ideeën over. Er zijn drie seri­euze ver­dach­ten in beeld, waar­on­der een ver­stokt vegetariër.

Osse­worst, hoor ik u foe­te­ren, is dat iets waar wij ons tegen­woor­dig druk om maken? Wat is er gebeurd met de grote thema’s uit ons leven, zoals de Waar­heid, de Liefde en de Dood? Oor­log en Vrede? Stigma en Dis­cri­mi­na­tie, des­noods. Klaag je nou ook al over het eten daar? Osse­worst, nota bene, het eind­pro­duct van koe­tjes en kalfjes!

Laat mij tot mijn ver­de­di­ging dan opmer­ken dat ik getracht heb de gemoe­de­ren te kal­me­ren en erop te wij­zen dat niet het ‘hoe’ van het ver­dwij­nen van de worst, maar het ‘waarom’ de inte­res­san­tere vraag is, en dat mede­do­gen op zijn plaats is met iemand die zich in de nach­te­lijke uren aan een ors­se­worst tegoed moet doen.

Het laat zich raden dat hier maar wei­ni­gen bood­schap heb­ben aan rati­o­nele over­we­gin­gen die rust in de tent zou­den kun­nen bren­gen. Wat dat betreft is het hier net de samen­le­ving als geheel, waar ook een gul­zige hun­ke­ring naar com­mo­tie bestaat.

Daar­mee, goede vriend, houdt met­een elke gelij­ke­nis op. Hier staat de tijd stil en leeft men voor een deel bui­ten de wer­ke­lijk­heid van de wereld. Dat heeft vreemd genoeg ook iets gerust­stel­lends gekre­gen in de weken dat ik hier nu al ver­blijf – en juist dat beang­stigt mij. Waar­schuwt u mij in gods­naam tij­dig als ik in mijn brie­ven aan u de indruk ga wek­ken een zenuw­in­zin­king nabij te zijn. Hier moet ik het bij laten, mijn beste, want mij over­valt plots een zware ver­moeid­heid, wat hier niet onge­brui­ke­lijk is, dus niets om u druk over te maken.

Moge het u en de uwen goed vergaan,
Met vriend­schap­pe­lijke groe­ten, steeds de uwe,
 

Antony

 

PS – En ik lust niet eens osseworst.