( Dit opstel verscheen als feuilleton op Facebook en werd op 3 november 2020 gepubliceerd op Medium )
Corona-dagboek IX
1 – polderen
donderdag 15 oktober 2020
In HP/De Tijd legt Ilja Pfeijffer uit ‘waarom Nederland op dit moment de hoogste besmettingscijfers heeft van Europa en er maar niet in slaagt om het virus onder controle te krijgen.’ Onze consensuscultuur waarin oeverloos over alles moet worden vergaderd totdat er eensgezindheid is bereikt onder alle ‘stakeholders’ houdt de boel inderdaad behoorlijk op.
Toch is dat niet de enige verklaring. Ik heb het in mijn Corona-dagboeken vele malen laten zien dat het ingewikkelder ligt, institutioneler en introverter, maar de Nederlandse vergaderzucht was misschien een veelzeggende ‘missing link’ in mijn betoog.
Het woord polderen heeft iets modderigs, het klinkt vlak, zompig en vooral traag.
De covid-polderstructuur is even immens wijds als onoverzichtelijk. Je hebt de wetenschappers wier taak het qualitate qua juist is om elkaars inzichten ter discussie te stellen, aan te vechten, te falsifiëren. Virologen, infectiologen, ouderen- en kindergeneeskundigen, epidemiologen, microbiologen, noem maar op.
In het Outbreak Management Team, onder aanvoering van het RIVM, zitten vele tientallen van deze deskundigen die evenzovele organisaties en belangen vertegenwoordigen en bepleiten. Het OMT adviseert de regering over te voeren maatregelen en beleid.
Het RIVM zelf krijgt onder andere onderzoeks- en adviesopdrachten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
Het heet een onafhankelijk wetenschappelijk adviesinstituut te zijn, maar is het wel onafhankelijk en capabel genoeg? Elk jaar brengt het talloze rapporten en adviezen uit over volksgezondheid en gezondheidszorg, voeding, natuur en milieu en rampenbestrijding, zo valt op de RIVM-website te lezen.
In het Strategisch Programma 2019 – 2022 van het RIVM ‘kijken we vooruit naar onderwerpen die extra aandacht verdienen omdat ze in de toekomst invloed kunnen hebben op onze volksgezondheid en leefomgeving.’
Een pandemie komt in deze vooruitblik niet voor, die heeft het RIVM kennelijk niet kunnen voorzien.
Dan heb je nog de 67 GGD’s die elk afzonderlijk opereren en verantwoording afleggen aan hun respectieve gemeenten. Ze vallen niet rechtstreeks onder het ministerie van VWS. De GGD’s praten mee in de 25 veiligheidsregio’s, een samenwerking van gemeente, brandweer en de GHOR (Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio). Ook de politie, het Openbaar Ministerie, Rijkswaterstaat, de waterschappen, provincies, Defensie, energiemaatschappijen, ProRail en Staatsbosbeheer (en in Brabant vast ook de coke‑, xtc- en weedmaffia) mogen in de veiligheidsregio aanschuiven en mee-vergaderen.
En de boer, hij ploegde voort…
2 – it giet aon!
donderdag 16 oktober 2020
In mijn niet aflatende, natuurlijke optimisme heb ik altijd gevonden dat je iedereen zou moeten kunnen overtuigen met een beroep op zijn of haar gezond verstand. Terwijl de bewijzen van het tegendeel zich aan de lopende band opstapelen, kan ik die levenshouding niet opofferen aan wat ik niet anders kan bestempelen dan als halsstarrige ezelachtigheid.
Het zal niemand verwonderen dat ik regelmatig geplaagd ben door diepe decepties.
Willem II-supporters, Haagse feestyuppen, antivaxxers, covid-wappies, boerenbevrijders, kwakzalvers, gebedsgenezeressen, bijgelovigen en complotdenkers. Kortom: adepten – volk dat niet voor rede vatbaar is.
Terwijl we aan het begin staan van de ‘tweede golf’, een die een stuk zwaarder zal zijn, langer zal duren en vier- tot vijfmaal meer dodelijke slachtoffers zal eisen dan de eerste, doen honderdduizenden Nederlanders niet meer mee met pogingen om de ramp nog enigszins in te dammen.
Hoe ging dat bij de Waternoodsramp van 1953 vroeg ik me vanmiddag ineens af. Dat was immers ook een natuurramp.
Hadden we toen ook Nederlanders dansend in de straten? Dansend over de dijk? Op de rand van de vulkaan? Hun onvervreemdbare geboorterecht opeisend van een Elfstedentocht, scanderend en joelend
It giet aon!
3 – mantelzorg
zaterdag 17 oktober 2020
Ik was vanmorgen niet eens zo vroeg opgestaan, maar het duurde uren voordat het tot me doordrong dat het vandaag geen doordeweekse dag was, maar zaterdag.
Moeder is in zoverre hersteld dat ze sinds deze week de nachten alleen is. Overdag en in de avond krijgt ze gezelschap en hulp van een van mijn broers en zussen. Ook volwassen neefjes en nichtjes draaien mee in het Mantelzorgrooster Oude Oma. Zelf zou ik morgen de hele dag voor mijn rekening nemen, maar nu TL en ik beiden verkouden zijn, blijven we thuis.
Zoveel liefdevolle zorg (verwennerij, in haar woorden) valt haar nu ten deel, dat ze alleen daarom al hoopt dat ze nog even bij ons mag zijn. Voor het eerst heb ik haar horen toegeven dat de afgelopen jaren ‘soms best eenzaam’ waren.
Oude mensen mogen we niet eenzaam aan hun lot overlaten. De huidige toestand die moeder als vertroeteling ervaart, zou ik zelf normaal willen noemen, zo zou het moeten zijn. En zo is het nu, uiteindelijk.
Op die manier bezien heeft moeders acute gezondheidsval ons gezin, onze familie hechter gemaakt en naar een hoger ontwikkelingsniveau getild, het peil waarop zorg voor de mater familias weer vanzelfsprekend en genereus is.
Een groot cadeau van onze oude moeder, waar we tot in lengte van dagen en vele generaties na ons, nog plezier van zullen hebben. Steeds weer die waardige inspiratie om onszelf te verbeteren. Dit heeft onze wereld nu, meer dan ooit in mijn leven het geval was, hard nodig.
Moeders die het goede voorbeeld geven. Kinderen die, om met Sophocles te spreken, de ankers zijn die de moeder hechten aan het leven.
4 – brokkenpiloot
zondag 18 oktober 2020
Vanmorgen heb ik mijn telefoon stuk laten vallen. (Waarom heet zo’n apparaat eigenlijk nog telefoon?) Het was niet de eerste keer dat het ding me uit de handen glipte, maar eerder bleef de schade altijd beperkt tot een beschadigde schermbeschermer of het scherm zelf. Ditmaal viel het ding vanaf de trapleuning plat op zijn rug en gaf vervolgens geen teken van leven meer. Toch was ie niet op slag dood, inmiddels nu de batterij leeg is wel.
Het heeft voordelen om niet de hele tijd een smartphone binnen handbereik te hebben. Verlichting, afgeholpen van een loden last eigenlijk, een zwart gat vol hersenschimmen, de illusie van connectiviteit, altijddurende beschikbaarheid en een beter begrip van de wereld.
Zolang je maar ter kalmering van het compulsieve brein nog een computer achter de hand hebt die je kunt raadplegen voor je relatie met de wereld voelt het als bevrijding. Wat je zou verwachten een straf te zijn voor je klungelige achteloosheid, blijkt in werkelijkheid een even onverdiend als welkom geschenk.
Op dezelfde manier moet ik bekennen de partiële lockdown die ons vorige week is opgelegd – en die ongetwijfeld nog flink zal worden opgeschaald binnenkort – te verwelkomen als een zegening. Eindelijk rust. Hopelijk wordt het net zo stil als in maart, hopelijk wordt de lucht weer even blauw en nemen de vogels weer hun welverdiende plek in te midden van ons, hardleerse sukkels.
maandag 19 oktober 2020
Intussen moet de overheid zich niet alleen meer bezighouden met de logistiek van een pandemische maatschappelijke last, maar eisen radicale opstandelingen ook toenemend de aandacht op. Uit allerlei riolen, mestvaalten en beerputten kruipen ze in steeds groter getale tevoorschijn, bedreigen politici, jagen op journalisten en ordehandhavers, en onthoofden in het ergste geval ook nog terloops een leraar geschiedenis.
Hun retoriek is altijd simplistisch: antiwetenschappelijk, anarchistisch en in de kern steevast antisemitisch.
Het verbijstert mij hoe oude topen als bloeddorst, rituele kindermoord en kannibalisme als muffe stinkzwammen in de herfst steeds opnieuw kunnen oprijzen uit de voedingsbodem van maatschappelijke rampspoed.
5 – Grunberg
maandag 20 oktober 2020
Lezend kom ik mijn dagen door. Lezend, nadenkend, schrijvend. Tussendoor luister ik naar Bach of Schönberg, naar Jimi Hendrix en Miles Davis. Ik probeer elke dag een stuk te wandelen. De sportschool waag ik even niet te betreden. Code rood wat mij betreft.
Al vaker heb ik het openbare boekenkastje op de hoek genoemd, waar ik nu eens de onthutsende roman Tirza van Arnon Grunberg uit had opgevist, dat ik in één ruk heb uitgelezen. Een verontrustend troebel en spannend boek. Een meesterlijke roman over een moedeloze, uitgebluste, maar toch nog zeer actieve man, mislukt echtgenoot en vader van twee dochters, van wie de jongste Tirza heet.
Met Arnon Grunberg heb ik jarenlang de – in de ogen van sommigen overdreven – gewoonte gedeeld dat ik elke dag met mijn moeder telefoneer. Echter, Hannelore Grünberg-Klein is vijf jaar geleden alweer overleden, maar mijn moeder leeft nog steeds. Ik bel ook nog steeds elke dag. Maar wat ik wil zeggen, zoiets schept een band. En sinds Jan Fontijn vorig jaar zijn mooie persoonlijke Moederskinderen publiceerde hoef ik me daar ook niet meer voor te schamen.
Ik droom erg vreemd. Gisterennacht logeerde ik bij Donald Trump die ergens in een stad een duur appartement bewoonde en er veel volk over de vloer kreeg. Ik walgde in de droom net zozeer van hem als in het echt, al was hij in de droom een waarachtiger en dus verdraagbaarder personage dan in de bestaande werkelijkheid. Van zijn wansmaak was in het interieur van deze behuizing niets te herkennen, alles was ruim en wit. Wel rommelig, vanwege het grote aantal in- en uitlopende logés.
Of ik Trump nu tot leven wek in een kort verhaal of in een droom, het lukt me alleen dan zowaar enig mededogen met hem op te brengen, zelfs als hij stomdronken met een jongen in bed ligt waar ik zelf een oogje op had. Of in een garagebedrijf waar we in dezelfde droom elkaar weer tegen het lijf liepen, en ik misprijzend reageerde omdat hij nog wat ‘bleef hangen’, want om 12 uur was er een loterij waarbij je een Maserati kon winnen. Hij was ervan overtuigd dat hem de hoofdprijs toekwam.
vrijdag 23 oktober 2020
Wij zullen zien. Ik sluit niets meer uit. Vanmorgen zag ik op tv enkele fragmenten van het laatste debat voor de komende verkiezingen. Wederom een enorme afgang.
Idee voor een muziekstuk of miniopera: Aanfluiting voor Twee Heren.
Trump, die bijna vijf jaar in mijn hoofd heeft gewoond zonder huur te betalen maar wel met gigantisch veel geluidsoverlast, lijkt bezig dan eindelijk zijn biezen te pakken. Voor de zekerheid heb ik toch de mobiele eenheid paraat staan om hem desnoods hardhandig uit te zetten.
zaterdag 24 oktober 2020
De tijd verstrijkt. Bijna acht uur in de morgen. Het wordt licht. Deze dag is korter dan gisteren en morgen zal weer korter zijn.
Ik dacht om zes uur dat ik het geritsel van een muis hoorde in de slaapkamer. Ik ben maar opgestaan.
Vandaag zou ik moeder bezoeken, maar ik ben nog steeds wat ziek en blijf thuis. Gisteravond sprak ik haar. Het begint haar te vervelen. Geen fut, lusteloosheid, zij lijkt te wachten op de dood.
Een familielid heb ik moeten ontvrienden omdat zij, passief-agressief als zij kan zijn, was begonnen op moeders gemoed te werken met (interpretaties van) fragmenten uit dit openbare dagboek. Het woord ‘aftakeling’ was gevallen. Daar hoef je bij mij niet mee aan te komen.
6 – Het Verhaal van de Kat die Boeken Wilde Redden
zaterdag 24 oktober 2020
Soms word je in de boekwinkel toegeroepen door een boek, zoals ik me voorstel dat een hond of een kat je aanspreekt als je een dierenasiel bezoekt: neem mij mee, neem mij en niet een ander. Dit overkwam me toen ik eerder van de week de roman Het Verhaal van de Kat die Boeken Wilde Redden zag liggen, van de Japanner Sosuke Natsukawa. Ik aarzelde en liet het liggen, maar het liet me niet los. Ik had het boek in handen genomen, vluchtig bekeken, niet eens de flaptekst gelezen; ik wilde er eerst thuis iets over gaan lezen. Ook dat kwam er niet van. En gisteren, tijdens mijn middagwandeling, liepen mijn voeten automatisch terug naar de boekhandel. Toen ik het boek ten tweede male in handen had, was er geen ontkomen aan, dit boek moest mee naar huis.
Het is een medicijn gebleken. Dit is het boek dat ik nodig had ter opklaring van de geest en ik was op mijn beurt de lezer die het boek zocht. We hadden elkaar op het eerste gezicht herkend. Boeken leren ons hart te hebben voor de medemens leert de jeugdige protagonist, maar ik durf te beweren dat het omgekeerde net zo goed waar is.
Omdat vaak het ene boek het andere oproept, meen ik nu Het Kasteel van Kafka te moeten gaan (her)lezen. Zo gezegd, zo gedaan. (Zwaan kleef aan.)
zondag 25 oktober 2020
Trouwens, de dag is vandaag een uur eerder begonnen, met ingang van de wintertijd. Zo werd ik een uur eerder wakker dan normaal. Ik had geen bijzondere bestemming voor dit uur. Inmiddels is het opgegaan in verstreken ledige uren van de zondag.
maandag 26 oktober 2020
De dag begonnen met een coronatest, de zesde. Daarna op de fiets naar het OLVG voor een röntgenfoto, bloedafname en sputumkweek. In tegenstelling tot de rest van Amsterdam heeft men in het OLVG de zaken ogenschijnlijk goed op orde.
Op straat voel ik me niet meer veilig. Er zijn veel mensen op straat en die lijken zich van geen gevaar bewust. Ik stak zaterdag de Westerstraat over en wat ik zag was een kolossale vergissing, die van een grotesk individualistische mentaliteit. Iemand anders hoorde ik het in de wachtkamer van de huisartspraktijk gebrek aan fatsoen noemen.
Alles onder het mom van onbeperkte individuele vrijheid. Maar die, leerden we zelfs ook al van de oer-liberaal John Stuart Mill, moet in zoverre zijn grenzen kennen dat het individu niet tot hinder mag zijn voor anderen.
Dat pad van de vrijheid hebben we allang verlaten, geabsorbeerd als we zijn door onze materiële zelfzucht, onze culturele armoe en genotzuchtige wanen. We kunnen ons nu alleen nog op onszelf verlaten, eenzaam door merg en been.
7 – Kafka
dinsdag 27 oktober 2020
“America will never be destroyed from the outside. If we falter and lose our freedoms, it will be because we destroyed ourselves.”
– Abraham Lincoln
Over een week zijn de presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten. Er staat zoveel op het spel dat het me doet suizebollen. De enige uitslag die een sprankje hoop biedt voor de wereld is die waarin de Democraten het huis van afgevaardigden, de senaat én het presidentschap in de wacht slepen. Minder is onvoldoende. Er is een landslide nodig voor de ommekeer van Amerika naar een gevestigde plaats de beschaafde wereld.
Ik ben er niet gerust op. Elke dag besteed ik daarom zorgvuldig aandacht aan de kalmte van mijn geest. The Atlantic gaf ons een paar dagen geleden tips om de verkiezingsongerustheid tot bedaren te brengen, onder meer met een Spotify-afspeellijst. Zelf luister ik deze week uitsluitend naar muziek van Leoš Janáček, Frédéric Chopin, Arnold Schönberg, Alban Berg. Of, mocht de nood echt aan de man komen, naar Italiaanse opera.
Ik lees Franz Kafka, Philip Roth en Elias Canetti. Deze literaire grootheden beschrijven vooruitblikken op de huidige miserabele wereld.
Ik begroet ’s morgens de vogels en, nadat hij is opgestaan, mijn echtgenoot. Vriendelijk glimlachend. Tot eergisteren had ik niet door hoeveel zorgen mijn gemaal al maandenlang torst uit preoccupatie met mijn gezondheid, tot aan de angst mij te verliezen toe. Zelf ben ik helemaal niet van plan geweest weg te gaan. Hij gelooft misschien niet dat ik een covid-infectie zou kunnen overleven.
(Wedden van wel? Ik ben niet van plan het virus op te lopen, laat staan het op te zoeken, maar mocht de uitslag straks toch positief zijn, dan ben ik de laatste om bij de pakken neer te gaan zitten.)
(Bravoure!)
Mocht ik het coronavirus hebben opgelopen, dan is het naar alle waarschijnlijkheid in de huisartsenpraktijk, vorige week. Zondagavond belde de huisarts door dat ze zelf corona heeft opgelopen, zeer waarschijnlijk van een geestelijk gestoorde patiënt die zonder enige bescherming telkens schreeuwend de spreekkamer was binnengelopen en ook later buiten tegen haar was tekeergegaan.
Toen ik haar vorige week sprak vertelde ze me nog hoeveel zwaarder de huidige, tweede golf haar viel in de praktijk. Ze beschreef het als ‘zuigender’: meer mensen vaak jongelui, die geestelijk lijden onder de gevolgen van het coronabeleid. Eenzaamheid, depressie, armoe, schulden, ja zelfs dakloosheid.
Het leed dat wij niet zien als we ons op straat wagen, maar dat wel de dokter opzoekt en daar stennis schopt.
8 – fuck the pessimists
vrijdag 30 oktober 2020
Het was gelukkig weer loos alarm, geen covid-19. Mijn man ook niet. Wat kan het woord ‘negatief’ toch een zoete klank hebben. Een klank trouwens die we al bijna vier decennia kennen van de hiv-test. Negatief is gunstig – positief tegenwoordig in het geval van hiv trouwens ook: hoe eerder iemand met een hiv-infectie diagnose en behandeling krijgt hoe beter zijn of haar gezondheidsprognose.
zaterdag 31 oktober 2020
Laat me voor de verandering eens een keer opscheppen over mijn familie. (Is dat wel gepast?) Sinds een maand geleden mijn moeder een acute gezondheidscrisis doormaakte – waarvan ze enigszins herstellende is maar de oude zal ze nooit meer worden – heeft het gezin dat zij heeft grootgebracht een formidabele inspanning laten zien op het terrein van dagelijkse mantelzorg. Gelukkig zijn we met velen, dat scheelt, en kunnen het daarom lang volhouden. We vormen een hecht en soepel functionerend team. De eerlijkheid gebiedt: boven verwachting, wat meer over mij zegt dan over mijn familie.
maandag 2 november 2020
Morgen de Amerikaanse verkiezingen. Zoals ik in mijn Open Brief aan Senator Bernie Sanders die ik dit weekend schreef, heb ik er een hard hoofd in. Ik stuiter van hoop naar angstig vermoeden, van vrees naar berusting en van gelaten naar opstandig. De activist in mij vaart momenteel op een weifelachtig kompas.
Er gebeurt nu zoveel en op zoveel plekken en domeinen tegelijk, gezondheidsinfrastructuur, de transport- en vervoerssector, de reisbranche, het toerisme, de horeca, de kunst, de geestelijke volksgezondheid, het klimaat, politieke onrust elders en wie weet, weldra ook hier… Soms lijken de intersecties van op zichzelf al kolossale crises te verpletterend en onze achterstand op de werkelijkheid bijna onoverbrugbaar.
Maar hé, fuck the pessimists zoals een groot activist en mentor ooit Eddie Vedder citeerde: Fuck the pessimists. Fuck’em. There’s proof that dreams can be a good thing.
9 – doomsday
dinsdag 3 november 2020
Terwijl de zon schijnt hangt over deze dag een dreiging van sinistere doem. Ik voel het onraad al dagenlang tot in mijn botten en door mijn lijf gieren van tijd tot tijd de zenuwen. Ik heb de afgelopen week weinig geslapen.
Vandaag wordt in de Verenigde Staten van Amerika een nieuwe, of, god verhoede, de oude president gekozen. In de grote Amerikaanse steden zijn winkels dichtgetimmerd, de trump-aanhang heeft zijn vuurwapens gepoetst, gevijld en geolied; men acht een volksopstand niet uitgesloten.
In Europa is intussen een golf van Islamitische terreur gaande, er vallen doden en er rollen koppen. Ik had dit eerder verwacht, de ratten gedijen immers op pandemieën en plagen.
Kortom, niets nieuws onder de zon.
Aanschouwt de mens, als soort een gluiperig gulzige, allesverslindende plaag. Alles moet worden vernietigd, alles van waarde moet kapot, andere soorten moeten worden verdelgd. De monsterlijke massa waarin de mens gedijt is zelf een pestilente ziekte.
Wordt dit een gitzwarte zonovergoten dag of een aan het einde waarvan enig licht gloort, enige hoop en verademing?
Ik vraag het aan de huismus. Die heeft een uitgesproken mening: ik kom bij jullie eten en breng mijn hele familie mee.
18:00
Van een geheel andere orde en niveau: de vaderlandsche covid-19-respons. Over een uur houden Rutte en De Jonge weer een ‘persconferentie’, wat vooral een nationale gebruiksaanwijzing is voor de covid-samenleving, een sombere narratief waarin pessimistische gereformeerde woordkeuze de rode draad vormt: nieuwe beperkende maatregelen bovenop oude, sluiting, avondklok, maximale groepsgrootte, constipatie van de zorgsector, overbelasting, depressie, overlast, schuld en boete, hel en verdoemenis.
20:30
Geen woord te veel gezegd.
Antony Oomen
2020
Amsterdam
Foto – Sholto Ramsay