Lentekriebels – I
In Buitenhof trad vandaag Syp Wynia op, zeg maar de rechtse kniesoor onder de columnisten van dat programma. Hij zou het gaan hebben over het ‘onnavolgbare’ Nederlandse ontwikkelingsbeleid, zo was aangekondigd. Terwijl ik eigenlijk graag naar buiten wilde om de lente te gaan vieren, besloot ik nog even Syps toespraakje af te wachten.
Op nogal willekeurig ogende manier had onze prachtregering – VVD en CDA doordesemd van PVV-putlucht – had onze welverdiende want democratisch gekozen regering dus, afgelopen vrijdag het aantal landen waaraan wij directe ontwikkelingssteun geven, teruggebracht van 33 naar vijftien, zo memoreerde de columnist. Vooral de keuze voor Jemen als land waarmee Nederland een duurzame ontwikkelrelatie heeft en kennelijk ook wenst te behouden, was hem opgevallen en trof hem als hypocriet. Had Ali Abdullah Saleh, de president van Jemen, immers niet vorige week nog sluipschutters aan het werk gezet om vreedzame betogers tegen zijn regime af te schieten?
Syp Wynia had wel een punt, vond ik (met tegenzin). Maar ja, vreemd als dit moge klinken uit mijn mond, zelf heb ik dan ook nooit veel opgehad met de zogenaamde ‘ontwikkelingssamenwerking’. Ik vond en vind het op de keper beschouwd niet veel meer dan een schijnheilige voortzetting van wat vroeger missie- en zendingswerk was.
Nog niet zolang geleden werd ons de stelling voorgelegd, dat het Aids Fonds en STOP AIDS NOW! niks te zoeken hadden in landen waar de mensenrechten van seksuele minderheden niet worden erkend, of zelfs flagrant geschonden. Maar dat ging de meeste respondenten toch te ver, dan zouden de mensen met hiv maar de dupe worden van onze ethische zuiver-op-de-graadheid, vond een grote meerderheid van ons. Het ligt ietsje ingewikkelder.
Stel, we zeggen gewoon tegen de Oegandezen dat we de geldkraan dichtdraaien op het moment dat zij serieus aanstalten maken de doodstraf te zetten op het hebben van seksuele relaties van mannen met mannen. Daar zou ik normaal gesproken echt geen probleem mee hebben, want de kans was groot dat er dan niet zo’n wet zou komen.
Ware het niet dat er op het Afrikaanse continent een heel andere missie gaande is van evangelisch fundamentalistische Amerikanen, wier agenda behelst dat ze nou juist ‘ontwikkelingshulp’ geven op voorwaarde dat homoseksualiteit als een doodzonde wordt bestraft. Als wij ergens weggaan, wordt die invloed groter. En zo zien we waar aidsbestrijding, fraai en humanitair als zij mag ogen, werkelijk over gaat: het uitoefenen van politieke en morele macht.
Antony Oomen
20.III/2011
Amsterdam