Anne’s Crib – III

Gepubliceerd op

— Geplaatst in proza, vrij proza

Anne’s Crib – III
 
 
Om offi­ci­eel hei­lig ver­klaard te wor­den, moet men zijn of haar leven geheel ten dien­ste heb­ben geleefd van onbaat­zuch­tige goed­heid, ver­moed ik. Of men is eerst een zeer zon­dig mens geweest (zoals ikzelf) en heeft zich daarna door bij­voor­beeld God­de­lijke open­ba­ring bekeerd tot onzelf­zuch­tig­heid en devo­tie. Dan kan het na een seri­euze boe­te­doe­ning nog goed komen.

Ik denk daarom niet dat Anne Frank een hei­lige was. En eigen­lijk geloof ik ook niet dat de mas­sa­ve­r­e­ring die haar ten deel valt nood­za­ke­lijk haar per­soon betreft, noch het impo­sante lite­raire werk dat zij in haar tie­ner­ja­ren in bal­ling­schap schreef.

Ik heb het ver­moe­den dat de ver­kla­ring is gele­gen in de mys­te­ri­euze cock­tail van het ver­haal, de plaats, het dra­ma­ti­sche lot dat Anne heeft getrof­fen. Ik sluit niet uit dat elke bezoe­ker die het Ach­ter­huis betreedt, het gebouw van meer bete­ke­nis voor­ziet. Ik ben er geweest, het is een andere plek gewor­den. Als dat zo is, ligt het voor de hand dat steeds meer men­sen daar een bezoek zul­len brengen.
 

Antony Oomen
19.IV/2014
Amsterdam