Corona-dag­boek VI

Gepubliceerd op

— Geplaatst in opstellen, proza

( Dit opstel werd op 20 augus­tus 2020 gepu­bli­ceerd op Medium )

 
Corona-dag­boek VI
 
 
1 – testen

We schrij­ven zater­dag­mid­dag 25 juli 2020. Een drui­le­rige zater­dag, maar in tegen­stel­ling daar­toe ver­keer ik een betere stem­ming dan de afge­lo­pen weken. Een objec­tieve ver­kla­ring vind ik hier niet voor.

Vriend S., die zelf ook lijdt aan neer­slach­tig­heid, ver­telde me onlangs dat hij zijn dagen een cij­fer geeft. ‘Ik vind het opmer­ke­lijk hoe ik er zon­der enige aar­ze­ling een bepaald cij­fer aan kan geven,’ zei hij.

Nu ben ik de laat­ste maan­den nogal een data-freak gewor­den en dus besloot ik op 7 juli dit ook te gaan doen en de sco­res met­een maar in een gra­fiek te zet­ten. Die geeft nu een lijn te zien van ups en downs die toch over de hele linie een licht stij­gende is.

In die zin loopt mijn gemoed in de pas met de lan­de­lijke ver­sprei­ding van Covid-19, wat pas echt gek is.

Sinds gis­te­ren wach­ten mijn man en ik op de uit­slag van de test die we afge­lo­pen don­der­dag heb­ben laten doen. Hier­voor waren we op afspraak naar de RAI gefietst, waar een GGD- ‘test­straat’ is inge­richt. Dins­dag­mor­gen had­den we ons hier­voor tele­fo­nisch aan­ge­meld, don­der­dag kon­den we er terecht en uiter­lijk van­daag zou­den we de uit­slag moe­ten krijgen.

Van­avond ging ter­wijl we aan het wan­de­len waren de tele­foon. De dame in kwes­tie had een dus­da­nig sterk zan­ge­rig Lim­burgs accent dat ik haar eerst niet ver­stond. Daar kan zij niets aan doen. In plaats van een kort en bon­dig ‘ik heb hier uw test­uit­slag, die is nega­tief, hebt u ver­der nog vra­gen?’ moest dit wicht eerst nog om de span­ning erin te hou­den een ‘pro­to­col’ afwer­ken: je krijgt je uit­slag niet dan nadat je vra­gen hebt beant­woord als ‘bent u de afge­lo­pen twee weken nog op reis geweest naar een land dat code geel of oranje (en wat dacht je van rood?) heeft, hebt u huis­ge­no­ten…, etc.,’ alle vra­gen die je al hebt beant­woord toen je je voor de test aan­meldde, alleen nu met een zware Lim­burgse tongval.

Zon­dag­mor­gen, de score van gis­te­ren naar bene­den bijgesteld.
 
 
2 – muziek

Zon­dag­mid­dag kreeg mijn man zijn ‘ver­los­sende’ tele­foon­tje, ook nega­tief. Dit ging, wel­is­waar pas drie dagen na de test, veel vlot­ter en zon­der zan­ge­rig accent: ik heb goed nieuws, je uit­slag is goed, je hebt geen corona; als je nog vra­gen hebt, neem dan con­tact op met je huis­arts of de GGD. Fijne dag nog! C’est le ton qui fait la musique.

Over toon gespro­ken, het valt niet mee in deze ver­war­rende tijd, die niet als cri­sis aan­voelt, om de juiste toon te tref­fen, de juiste din­gen te zeg­gen of de juiste din­gen te horen. Troost komt aan als wrijf het er nog maar eens in, erger­nis als boos­aar­dig­heid en omge­keerd, depres­sie en schroom als hovaar­dij. Elk woord wordt op een goud­schaal­tje gewo­gen, geproefd, te licht of te zwaar bevon­den. Nie­mand gelooft nog in elkaars goede trouw. Deze cri­sis is echt.

Over muziek gespro­ken, de begin­pe­ri­ode van de Covid-19- uit­braak in Neder­land ken­merkte zich door aan­ge­name stille ruis, maar hoorde je daar­door­heen de hele dag solo’s van sire­nes van ambu­lan­ces, brand­weer, poli­tie. De laat­ste week hoor ik die ook weer veel vaker; soms bekruipt me opnieuw dat cri­sis­ge­voel en bezorgt me kip­pen­vel, al is daar rati­o­neel geen reden voor.

Over muziek gespro­ken, ik ben in tij­den niet zo ont­roerd geweest als van­mor­gen toen het nieuws uit­bun­dig zin­gende en dar­te­lende bult­rug­wal­vis­sen voor de kust van Bra­zi­lië toonde. Die heb­ben de tijd van hun leven, nu de scheep­vaart er gro­ten­deels is stil­ge­legd. En zo zat ik met betraande ogen aan het ontbijt.
 
 
3a – jubileum

Zoals ik me de laat­ste maan­den bij tijd en wijle heb kapot geër­gerd aan de aard van de Neder­landse Covid-19-res­pons, zo heb­ben ande­ren zich weer gestoord aan mijn geza­nik daarover.

Het is inder­daad niet nut­tig om steeds te hame­ren op de lacu­nes van onze publieke gezond­heids­sys­te­men, ten­zij je dat bear­gu­men­teerd doet bij de per­so­nen die naar je wil­len luis­te­ren en een vin­ger in de pap hebben.

Van­daag is het op de kop af een­en­twin­tig jaar dat ik ben gaan wer­ken bij Aids­fonds. Gis­te­ren werd ik daar­voor door mijn baas geheel bij ver­ras­sing in het zon­ne­tje gezet (wat me voor het eerst in lange tijd echt blij maakte.

Dit is mijn laat­ste jubi­leum, vol­gend jaar ga ik als alles goed gaat in mei met pensioen.

Dezer dagen schiet mij steeds één uit­spraak te bin­nen van col­lega W. Als ik weer eens mop­perde over de bureau­cra­tie, de stro­pe­rig­heid en al het for­ma­lis­tisch geneu­zel wat de boel ophield, haalde hij een uit­spraak van deze of gene aan: de kracht van de Neder­landse soa- en hiv-aan­pak­stijl ligt in de gede­gen over­leg­struc­tu­ren en de zwakte ervan ligt in de gede­gen overlegstructuren.

Dat is, denk ik, wat we nu zien bij de Covid-19-aan­pak: de amb­te­lijke beraad­sla­ging is pro­to­col­lair en bureau­cra­tisch dicht­ge­tim­merd, beslis­sings­be­voegd­he­den zijn keu­rig ver­deeld, resul­te­rend in een log over­heids­ap­pa­raat, per defi­ni­tie niet in staat te anti­ci­pe­ren en gedoemd (te) laat te reageren.

Zodra zich epi­de­mi­o­lo­gisch iets sig­ni­fi­cants voor­doet, of zodra er een advies komt waar men niet omheen kan, schiet het in ver­ga­der­stand. The Dutch appro­ach is onver­zet­te­lijk: wij doen het op onze manier.

Het suc­ces van de Dutch appro­ach bij de hiv-res­pons ligt ech­ter in samen­wer­king, het vin­den van con­sen­sus, het bou­wen van coa­li­ties, het betrek­ken van het maat­schap­pe­lijk mid­den­veld (civil soci­ety) en community-vertegenwoordiging.

Just saying.
 
 
3b – Dutch approach

Over de Dutch appro­ach gespro­ken, deze is in de kern amo­reel en acti­vis­tisch en heeft een aan­tal belang­rijke ingre­di­ën­ten zoals weten­schap­pe­lijke ken­nis, prag­ma­tiek, prin­ci­pi­ële inclu­si­vi­teit en empo­wer­ment, risi­co­re­duc­tie en scha­de­be­per­kings­maat­re­ge­len (harm-reduc­tion).

Voor­beel­den daar­van (in ver­schil­lende con­tex­ten) zijn anti­con­cep­tie en abor­tus, vac­ci­na­tie, PrEP, en natuur­lijk spui­te­nom­ruil om virale infec­ties te voor­ko­men met bij­voor­beeld hiv of hepatitis.

Dat het werkt is te zien aan het aan­tal hiv-infec­ties dat steeds ver­der daalt, aan het aan­tal tie­ner­zwan­ger­schap­pen, dat in ver­ge­lij­king met andere lan­den laag is, het laag­ste van de EU.

Dat brengt me op de Pride. Neder­land loopt inter­na­ti­o­naal ook voorop als het gaat om LHBTQI-eman­ci­pa­tie. Dat wordt de laat­ste 25 jaar uit­bun­dig gevierd in de hoofd­stad van het land met de vele fes­ti­vi­tei­ten van de Amster­dam Pride, met als klap­stuk de boten­pa­rade en een knal­lend slot­feest op de Dam.

Dat gaat dit jaar alle­maal niet door. Maar fier wap­pert de regen­boog­vlag op de top van de Wes­ter­kerk en alle over­heids­ge­bou­wen en aan de gevels van hui­zen in alle stra­ten. Nou ja, alle? Vele.

Waar in Oost-Europa repres­sie van gen­der­min­der­he­den op het geweld­da­dige af toe­neemt rich­ten we in Neder­land de blik nog het liefst voor­waarts: hoe kan de eman­ci­pa­tie van min­der­he­den ver­der voor­uit­ge­hol­pen wor­den, waar zit de ruimte voor verbetering?

Je vindt het ant­woord op die vraag hier­bo­ven (eer­ste ali­nea van para­graaf 3b). Be proud!
 
 
4a – vriendschap

Niet dat ik mezelf een expert wil noe­men op dit gebied, maar ik heb in de loop der tijd aar­dig wat over vriend­schap nage­dacht en geschre­ven. Het is nog niet zo heel lang gele­den dat ik een vriend­schap van vele jaren onbe­doeld de gena­de­klap gaf met onder meer de zin­snede ‘ik ben niet aan je gehecht’, wat ik niet eens onaar­dig bedoelde. Vol­uit luidde mijn bewe­ring trou­wens: ik houd ziels­veel van je maar ik ben niet aan je gehecht.

Het was het woordje ‘maar’ dat het eer­ste, belang­rijk­ste, deel van het sta­te­ment teniet­deed, begreep ik later.

Boven­dien: het tweede deel is eigen­lijk niet waar. Zie het eer­der als een stre­ven, voort­ko­mend uit een over­tuigd vriend­schaps­beeld geba­seerd op onge­bon­den­heid en vrij­heid. De vrij­heid om weg te lopen, afstand te nemen, toe te nade­ren, te bewé­gen en om onaf­han­ke­lijk na te den­ken en te kie­zen, zon­der beper­kende gehecht­heid. Zon­der regels en taboes.

Hoe­zeer deze wens afwijkt van de wer­ke­lijk­heid merk ik dage­lijks. Nu we in de hui­dige chaos elkaar nog veel min­der zien dan toch al het geval is – ik leid graag een terug­ge­trok­ken leven (behalve op soci­ale media blijk­baar, zegt de sar­cas­ti­sche stem in mijn hoofd) – merk ik hoe­zeer mijn gedach­ten de nei­ging heb­ben toe te trek­ken naar vrien­den en fami­lie en mijn gemoeds­toe­stand afhangt van deze relaties.

Hoe even­zeer mijn vriend­schap­pen en fami­lie­ban­den onder drei­ging van de onder­ha­vige maat­schap­pe­lijke cri­sis wor­den inge­snoerd door over­ge­voe­lig­heid en wre­vel, door ach­ter­docht en vrees. Dat bevalt me niks.

Ik wil graag van men­sen kun­nen hou­den zon­der aar­ze­ling. Zon­der erger­nis en teleur­stel­ling, zon­der ver­wach­ting. Vrij, nim­mer onverschillig.
 
 
4b – moeder

Gis­te­ren stuurde mijn jong­ste zus via de fami­lie-app­groep beel­den van haar uit­stapje met onze moe­der. Ze waren samen op de duo-fiets van woon­zorg­cen­trum De Gul­den­ak­ker naar het nabu­rige dorp Riel gefietst, om bij tante H. op de kof­fie te gaan. Vro­lijk zwaai­end fietste moe­der langs de camera van mijn zwa­ger. Later waren ze nog in de bos­sen tus­sen Alp­hen en Goirle gaan lun­chen op land­goed Nieuwkerk.

De vast­be­ra­den­heid waar­mee moe­der na aan­van­ke­lijke ver­sla­gen­heid tegen­spoed tege­moet treedt en steeds weer te boven komt sla ik adem­loos gade. (Ik heb het vast al vaker gezegd, maar om op je 65ste nog je moe­der als rol­mo­del te heb­ben, is een godsgeschenk.)

Later hield moe­der haar hart vast voor de ‘pers­con­fe­ren­tie’ van Rutte en De Jonge. Ik beloofde haar dat zij haar geen nieuw huis­ar­rest zou­den opleg­gen, maar hele­maal gerust was ik er ook niet op.

De rede­voe­ring van pre­mier Rutte mag je gerust onge­brui­ke­lijk noe­men. De pre­mier besprak de corona­cri­sis dit­maal filo­so­fisch in de gro­tere con­text van soci­ale onge­lijk­heid en kli­maat­ver­an­de­ring. Hij stelde vast dat ‘het over­koe­pe­lend pro­bleem is dat we in een maat­schap­pij leven die onder­ge­schikt is aan een bepaald soort eco­no­mie, die groei en winst­maxi­ma­li­sa­tie als enige doel heeft.’ Ik wist niet wat ik hoorde: ‘Ik ben tot het inzicht geko­men dat de neo­li­be­rale doc­trine men­sen een­zaam, onge­luk­kig en ziek maakt.’

Badend in het zweet werd ik om half­vijf wak­ker. In de verte hoorde ik door de open bal­kon­deu­ren David Bowie:

“No sign, no nothing now
But I’m the luckiest guy
Not the lone­liest guy

All the pages that have turned
All the errors left unlearned”

 
 
5 – hardleers

De Neder­lan­der stoot zich in het gemeen nog vele malen aan dezelfde steen.

Bestond er begin dit jaar mis­schien (ja, heel mis­schien) nog een legi­tiem excuus van onwe­tend­heid, dat excuus is nu ver­lo­pen, ver­welkt, ongel­dig. Toch lopen we met zijn allen gewoon weer een­drach­tig rich­ting dezelfde afgrond.

De Bang­kok Post meldt van­daag drie (3!) nieuwe geval­len van Covid19 in Thai­land. Dat brengt het totale aan­tal infec­ties tot nu toe op 3.351. Er zijn in Thai­land in totaal 58 (!) men­sen aan het nieuwe coro­na­vi­rus overleden.

Ter ver­ge­lij­king, dat zijn er in Neder­land res­pec­tie­ve­lijk 57.987 en 6.157. Het doden­tal wordt in Neder­land boven­dien te laag gecom­mu­ni­ceerd; alleen met een PCR-test beves­tigde geval­len komen in de sta­tis­tie­ken terecht. In wer­ke­lijk­heid is het sterf­te­cij­fer naar schat­ting twee­maal zo hoog. (Vol­gens Jos­hua Cohen in For­bes zou Neder­land daar­mee in de sta­tis­tie­ken van sterfte per mil­joen inwo­ners in de hoog­ste regi­o­nen uit­ko­men, ergens tus­sen Spanje en Bel­gië in.)

Maar bij de pers­con­fe­ren­ties van Rutte c.s. horen we nie­mand de toch voor de hand lig­gende vraag stel­len: hoe kijkt u aan tegen de enorme epi­de­mi­o­lo­gi­sche ver­schil­len tus­sen Neder­land en som­mige Azi­a­ti­sche lan­den, bij­voor­beeld Thai­land? Doet het RIVM hier onder­zoek naar, in de hoop dat we er in Neder­land iets van kun­nen leren?

Het heeft er alle schijn van dat de Neder­landse pers maar al te graag mee­gaat met de naar bin­nen gekeerde nar­ra­tief van de over­heid: wij weten het zelf het best, ander­mans weten­schap­pe­lijk onder­zoek moe­ten wij altijd eerst over­doen. Dat ver­haal wordt ech­ter niet door fei­ten gestaafd. Bij mijn weten wordt er hele­maal niets onder­zocht op dit gebied.
 
 
6a – vice­pre­si­dent Kamala Harris

Iro­nie: op dezelfde dag dat Facebook en Inst­agram zwarte piet in de ban doen, koos Joe Biden voor vice­pre­si­dents­kan­di­daat Kamala Har­ris. Voor­uit­gang is niet alleen wen­se­lijk maar zoals eens te meer blijkt, ook mogelijk.

Ik ben zelf zeer te spre­ken over Bidens keuze voor Har­ris. Dat geldt ken­ne­lijk niet voor alle (stem­ge­rech­tigde) linkse Ame­ri­ka­nen. Prompt kwa­men die al op de prop­pen met het Ame­ri­kaanse gevan­ge­nis­we­zen en bei­der rol op het gebied van de ‘mas­sale opslui­ting’ die het ken­merkt. Ook had Kamala Har­ris in 2017 niet de hand mogen schud­den van Ben­ja­min Neta­nyahu, de door en door cor­rupte en racis­ti­sche pre­mier van Israël. Ook Har­ris’ ‘nauwe ban­den’ met de lob­by­ma­chine Ame­ri­can Israel Public Affairs Com­mit­tee wer­den ergens uit een sloot opge­diept, dit alles in een tri­vi­ale en fut­loze poging tot karaktermoord.

Oké, ik begrijp dat het niet net­jes staat op je CV, geflik­flooi met de veile extreem­rechtse, racis­ti­sche Bibi Neta­nyahu of een knus thee­kransje met de mach­tige zio­nis­ti­sche lobby in Ame­rika. Isra­ë­li­sche mis­drij­ven jegens het Pales­tijnse volk ver­die­nen niet de schijn van legi­ti­mi­teit, maar daar­en­te­gen wel een scherp ondub­bel­zin­nig poli­tiek weer­woord. En diplomatie…

6b – de laat­ste lezing

Hoe kom ik nou toch weer terecht in het getob over de Pales­tijns-Isra­ë­li­sche kwes­tie? Ik heb er voor de zeker­heid nog even De Laat­ste Lezing van de Isra­ë­li­sche schrij­ver Amos bij gepakt, die (van de uit­ge­ver?) als onder­ti­tel heeft mee­ge­kre­gen: Hoe het ver­der moet met Israël. Oz weet hoe het ver­der moet: een fat­soen­lijke twee-statenoplossing.

In gesprek met een jonge Pales­tijnse intel­lec­tu­eel stelt hij een dia­gnose voor diens ziekte, hij lijdt aan ‘recon­s­tri­tis’, het ver­lan­gen terug te keren naar de kin­der­tijd, of naar het land­schap van zijn kin­der­tijd of dat van de kin­der­tijd van zijn voorouders.

Dege­nen die hier­aan lij­den zoe­ken in de ruimte wat zijn in de tijd zijn kwijt­ge­raakt. Zij doen er beter aan een boek te schrij­ven, een film te maken, een toneel­stuk of een weten­schap­pe­lijk arti­kel te schrij­ven, want ‘als u zich uit ver­lan­gen naar uw kin­der­tijd begint te gedra­gen als een kind van vijf, dan moet u opge­no­men worden.’

‘Niets is onom­keer­baar,’ stelt Amos Oz. ‘Het is een kwes­tie van lei­der­schap. Een kwes­tie van men­sen ver­tel­len wat ze diep in hun hart al weten.’

Lei­der­schap. Hij haalt een uit­spraak aan van pre­si­dent Tru­man: je moet men­sen ervan over­tui­gen dat ze din­gen moe­ten doen waar­van ze diep in hun hart weten dat ze gedaan moe­ten wor­den, maar waar ze geen zin in heb­ben. ‘Lei­der­schap is men­sen iets ver­tel­len waar­van ze diep in hun hart weten dat ze het moe­ten doen,’ meent Amos Oz.

Wie gaat degene zijn die de joodse Israëli’s ervan over­tuigt dat ze het onver­mij­de­lijke moe­ten doen, het cre­ë­ren van ruimte voor een Pales­tijnse staat, vraag hij zich af.

Bill Clin­ton en Ehud Barak is het twin­tig jaar gele­den niet gelukt. Hier ligt een schone pro­ble­ma­ti­sche taak, om niet te zeg­gen een hete aard­ap­pel, klaar voor pre­si­dent Biden en vice­pre­si­dent Harris.
 
 
7 – schaamluis

De hit­te­golf is weer voor­bij. Het Nati­o­nale Hit­te­plan ligt weer bij Jaap van Dis­sel in de la. Dra zal de geprik­keld­heid van de stads­mens tanen en zul­len ook de opstoot­jes in de volks­wij­ken van Den Haag en Utrecht wel weer uit­do­ven. En nu?

Don­der en blik­sem. Het ‘nood­weer’ dat gis­te­ren van zuid naar noord over het land trok heeft geluk­kig nog geen eind gemaakt aan de zomer; men gaat nog steeds in korte broek en tank­top over straat.

Steeds meer jon­gens en man­nen dra­gen een baard. Ter­wijl gezichts­be­ha­ring al enkele jaren in opkomst is, sche­ren tege­lijk velen wel hun oksels en trim­men ook ver­dere lichaams­be­ha­ring. Het is een bekend weten­schap­pe­lijk feit dat de schaam­luis hier­door op zijn retour is, ja, met uit­ster­ven wordt bedreigd, nu zijn natuur­lijke bio­toop door de mens in rap tempo wordt afgebroken.

Jaar­lijks ver­dwij­nen er, gro­ten­deels door toe­doen van de mens, circa 635 dier­soor­ten, becij­ferde vorig jaar NRC checkt. Daar zit vast veel onge­dierte bij, maar ook mooie zang­vo­gels, kleine en grote zoog­die­ren en vlinders.

Alles voelt aan als stilte voor de storm. Ik schrijf een essay over vriend­schap, maar het voelt als een testament.
 
 
8 – dro­men zijn bedrog

Er was van de week weer een pers­con­fe­ren­tie. Mijn man wil er niet meer naar kij­ken en noemt het terecht bij voor­baat ‘bul­locks’. Hij is zelf afkom­stig uit Hong Kong en diep teleur­ge­steld in de Neder­landse aan­pak van de hui­dige pandemie.

De boel is inder­daad uit de klau­wen gelo­pen en de Neder­lan­der lijkt niet meer te over­tui­gen van de nood­zaak van pre­ven­tie. Niet voor hun eigen gezond­heid of die van ande­ren, noch om de eco­no­mie en de maat­schap­pe­lijke sta­bi­li­teit te beschermen.

Ter­wijl gou­ver­neur Andrew Cuomo van New York intus­sen liet weten dat hij het ‘enorm betreurt’ dat hij niet veel eer­der het dra­gen van gezichts­mas­kers had inge­voerd, ‘dat zou een dra­ma­tisch ver­schil heb­ben gemaakt’, blijft onze over­heid op dit gebied hals­star­rig in ont­ken­ning. Het woord ‘mond­kapje’ viel uiter­aard niet één keer en de minis­ters kwa­men niet ver­der dan hun inmid­dels afge­zaagde vermaning.

Ik ver­heug me op de dag dat Jaap van Dis­sel capi­tu­leert (of lie­ver nog, ter­zijde wordt gescho­ven) en met een mond­kapje op zijn excu­ses komt aan­bie­den. Ik weet het, dat gaat nooit gebeu­ren. Voort­schrij­dend inzicht is niet zijn sterk­ste kant.

Intus­sen neemt hand over hand het ver­trou­wen van de bevol­king in de over­heid af en wordt de kloof gro­ter tus­sen dege­nen die vin­den dat er te wei­nig, dan wel te veel maat­re­ge­len wor­den genomen.

Ik voel me door dit alles niet seri­eus geno­men. Ik voel me onvei­lig. Ik voel me per­soon­lijk bedreigd. Mocht ik onver­hoopt komen te over­lij­den aan het coro­na­vi­rus, dan mag je op mijn graf­steen beitelen:

Hier ligt Oomen
Zijn dro­men zijn niet uitgekomen

 

Antony Oomen
20.VIII/2020
Amsterdam

 

Foto – Toa Hef­tiba