Jihad – II

Gepubliceerd op

— Geplaatst in poëzie, sonnetten

Jihad – II
 
 
(de vader)

Ik had je lie­ver in het hon­den­hok verstopt
Toen ze je kwa­men halen, bij de buren
Die gure grauwe mor­gen in november
Had ik jou moe­ten aan­lij­nen, leren blaffen?

Poot­jes geven en opzit­ten daar was je altijd al
Goed in, je deed steeds braaf wat moe­der vroeg
Je behaagde dat loe­der, neen niets was ooit te veel
En anders ran­selde ik je wel in het gareel

Ja, de bul­le­bak die zich over je ontfermde
Moet onmid­del­lijk de hond heb­ben herkend
Die je in je had, het valse kreng, de bastaard

Steeds legde hij ont­hoofde man­nen met baarden
In je hoofd, beloofde je een beroerd para­dijs met
Onbe­roerde mei­den, je was ze waard geweest
 

Antony Oomen
15.X/2014
Amsterdam