Thuis­komst

Gepubliceerd op

— Geplaatst in gelegenheidspoëzie, lofdichten, poëzie, vrij vers

(voor Joep Lange)

 
Thuis­komst
 
 
Toen je nog leefde, droomde ik nooit over je.
Op één keer na: je zei als je goed hebt nage­dacht, geef je ideeën dan aan de wereld.
Ook als nie­mand ze nog snapt of seri­eus neemt.
De wereld heeft je nodig. Kom maar gauw naar huis.

Die ene keer dat je zei van alle die­ren houd ik het meest van vogels, ik zou graag een vogel zijn.
Een ade­laar dacht ik toen, niet een patrijs of fazant, geen jaag­bare vogel.
En al hele­maal geen pauw of vogel van het paradijs.

Toen je nog leefde, droomde ik nooit over je.

Op één keer na: we fiet­sten samen door het vlakke land.
Ik zei ik kan je niet bij­hou­den en jij zei dat geeft niks, fiets maar gewoon ach­ter mij aan.
Al snel ver­dween je uit het zicht.
Toch vond ik moei­te­loos de weg: zover het oog reikte was de wereld mooier waar jij geweest was.
 

Antony Oomen
26.VII/2014
Amsterdam

2 gedachten over “Thuis­komst

  1. schit­te­rend, die aller­laat­ste regel, wat is dat prachtig

Comments are closed.